• De meest voorkomende blessures bij basketbal:

     

    Verstuikte enkel

    De meest voorkomende blessures bij basketbal zijn de verstuiking en de (gedeeltelijke) scheuring van de enkelbanden. Vaak betreft het hier beschadiging van de gewrichtsbanden aan de buitenzijde van de enkel. Het verzwikken van de enkel gebeurt heel regelmatig tijdens het beoefenen van deze sport. Dit heeft te maken met de vele draaimomenten, sprongen en bij landingen de kans om terecht te komen op de voet van een ander. Als de voetzool hierbij teveel naar binnen draait, kunnen de banden, het kapsel en het zenuwweefsel beschadigd raken. Bij het zwikken of verstuiken kunnen enkelbanden licht verrekken of ernstig inscheuren. Door het zwikken of verstuiken kan er ook een breuk van de botten ontstaan rondom het enkelgewricht. Een verstuikte enkel herken je aan: + pijn. Bij het naar binnen klappen van de enkel ontstaat de pijn meestal aan de buitenkant van de enkel. Bij het naar buiten klappen ontstaat de pijn meestal aan de binnenkant van de enkel; + niet kunnen staan of steunen op de getroffen voet; + zwelling rondom de enkel; + balvormige blauwe plek, meestal aan de buitenkant en soms aan de binnenkant van de enkel.

    Hoe handel je?

    1. Vraag de sporter of hij de enkel kan belasten. Ondersteun hem als het nodig is. Zo voorkom je dat de sporter de enkel opnieuw verstuikt. Kan hij de enkel niet belasten zonder hulp? Adviseer de sporter dan om niet door te gaan met sporten.
    2. Kan de sporter de enkel niet belasten en heeft hij hevige pijn? Pas dan de ICE-regel toe.
    3. Twijfel je? Of is er sprake van een ernstig bandletsel of breuk? Ga dan samen naar de (huis)arts of de spoedeisende hulp van een ziekenhuis. Of zorg ervoor dat de sporter hier zelf naar toe gaat. Dit hoeft niet direct. Je kunt zonder groot risico op extra schade enkele dagen wachten, totdat bekend is hoe de klachten zich ontwikkelen. Een verstuikte enkel kan de eerste dagen flink pijnlijk en gezwollen zijn. Lopen gaat dan moeilijk. Na 3 tot 4 dagen neemt in de meeste gevallen de pijn af. Dragen van een brace of tapen kan helpen bij het herstel. De voet kan daardoor langzaam meer gebruikt worden. Vermindert de pijn niet? En kan de sporter de enkel binnen 5 dagen nog steeds niet belasten? Raadpleeg dan een (huis)arts voor verder advies.

    Hoe voorkom je een verstuikte enkel?

    Verzwikt een sporter regelmatig zijn enkel? Dan kan de enkel verzwakt raken. Wanneer spelers al eens eerder 'door hun enkel zijn gegaan’, zijn ze extra kwetsbaar voor het opnieuw oplopen van een enkelblessure. Het is vooral voor die spelers belangrijk de enkel tijdens trainingen en wedstrijden te ondersteunen door middel van een preventieve enkelbandage of een brace. Verder kun je enkelblessures proberen te voorkomen, door het dragen van speciale steungevende basketbalschoenen. Hoge basketbalschoenen verdienen de voorkeur boven lage schoenen, zeker bij die spelers die al eens eerder enkelklachten hebben gehad. Het is ook van groot belang om ook de 'actieve stabiliteit' rond het enkelgewricht te bevorderen door middel van spierversterkende oefeningen voor die spieren die aanhechten rondom het enkelgewricht.

    Kneuzing, ontwrichting of breuk?

    Het is lastig om als leek een botbreuk van een kneuzing of ontwrichting te onderscheiden. Een kneuzing, ontwrichting of breuk herken je direct aan: + pijn; + zwelling; + het niet kunnen gebruiken of belasten van het lichaamsdeel; + (blauwe) verkleuring. Bij een ontwrichting of botbreuk staat het lichaamsdeel soms ook in een abnormale stand met een abnormale beweeglijkheid.

    Hoe handel je bij een botbreuk of ontwrichting?

    1. Houd het gewonde lichaamsdeel zo onbeweeglijk mogelijk.
    2. Bel bij een gebroken been 1-1-2 zodat je het slachtoffer op een verantwoorde manier kan laten vervoeren. Bij een beenbreuk kan er namelijk sprake zijn van veel onzichtbaar bloedverlies.
    3. Ga met een gebroken arm of enkel direct samen naar de (huis)arts of de spoedeisende hulp van een ziekenhuis. Of zorg ervoor dat de sporter hier zelf direct naar toe gaat. Laat het slachtoffer zelf de gewonde arm ondersteunen.
    4. Pas de ICE-regel nooit toe bij een botbreuk of ontwrichting.
  • ICE

    Als trainer verleen je eerste hulp als een sporter gewond is geraakt door een kneuzing of verstuiking. Je past dan de ICE-regel toe:

    1. Koel de verwonding minimaal 10 minuten met water, ijs of een cold-pack. Leg altijd een doek tussen de huid en het ijs of de cold-pack. Als het goed is, geeft koelen een prettig gevoel en vermindert dit de zwelling. Vermeerdert de pijn juist door het koelen? Doe dit dan niet;
    2. I = Immobiliseren. Zorg ervoor dat de sporter het lichaamsdeel niet beweegt.
    3. C = Compressie. Leg een drukverband aan.
    4. E = Elevatie. Plaats het lichaamsdeel omhoog;
    5. Twijfel je over de ernst van de verwonding? Ga dan samen naar de (huis)arts of de spoedeisende hulp van een ziekenhuis. Of zorg ervoor dat de sporter hier zelf naar toe gaat.
    6. Je mag een kneuzing of verstuiking in ieder geval niet masseren. Hierdoor kunnen klachten langer aanhouden.
  • Kramp

    Spierkramp is een andere veel voorkomende blessure die onder meer wordt veroorzaakt door een gebrekkige conditie, teveel vocht- en zoutverlies door overmatige transpiratie. De spier spant zich aan en trekt samen zonder dat dit nodig of gewenst is. Het gaat gepaard met pijn in de verkrampte spier en soms met de onmacht de spier te ontspannen.

    Hoe handel je?

    1. Laat de persoon ontspannen zitten of liggen.
    2. Probeer de verkramping eruit te krijgen door de getroffen spier losjes te schudden.
    3. Helpt schudden niet? Probeer dan het volgende bij kramp: + in de kuitspier: strek het been en trek de tenen op. Laat daarna even los. Herhaal deze handeling als het nodig is. Verdwijnt de kramp niet op deze manier? Vraag de sporter dan voorzichtig de kuitspier te rekken door zijn tenen richting het gezicht te drukken; + onder de voet: breng de tenen zoveel mogelijk richting scheenbeen; + achterkant van het bovenbeen: strek het been en breng de romp (neus) van je voet richting het gestrekte been.

    Hoe voorkom je kramp?

    1. Zorg voor een goede warming-up. Dit verkleint de kans op kramp.
    2. Drink voldoende water bij hoge temperaturen.
    3. Zorg voor een goede trainingsopbouw en bouw voldoende herstelmomenten in.

    Zweepslag: pijn die plotseling in kuit of bovenbeen schiet

    Een plotseling felle pijnscheut in een spier wordt ook wel een zweepslag genoemd. Een zweepslag komt het meest voor in de kuitspier of de achterzijde van de bovenbeenspieren (hamstrings). Maar kan eigenlijk in alle spieren voorkomen. Een zweepslag kan wijzen op een kleine verrekking van de spier. Een scheur in de spier is echter ook mogelijk. Een zweepslag herken je aan: + plotselinge pijnscheut in een spier + niet verder kunnen sporten, niet op het been kunnen staan en/of functieverlies van de getroffen spier; + pijn bij het aanspannen en rekken van de spier; + zwelling van de getroffen spier; + blauwe plek van de getroffen spier.

    Hoe handel je?

    1. Vraag de sporter of hij het been en de getroffen spier nog kan belasten.
    2. Pas dan de ICE-regel toe.
    3. Na deze eerste handelingen kan in principe worden afgewacht totdat de klachten verminderen. Merkt de sporter na de eerste 48 uur geen vermindering van de pijn? En kan hij de betreffende spier nog steeds niet belasten? Raadpleeg dan een arts.

    Overbelasting

    Naast de reeds genoemde acute blessures komen bij basketbal ook een aantal typische overbelasting blessures voor, waaronder de zogenaamde springersknie. De strekspieren van de knie lopen uit in een pees, die via de knieschijf aan het onderbeen aanhecht. Door overbelasting van deze pees ontstaat drukpijn en zwelling, meestal aan de onderzijde van de knieschijf. Wanneer de klachten eenmaal in een vergevorderd stadium zijn, is de genezing erg moeilijk. Dit geldt overigens voor vrijwel alle overbelasting blessures. Het is daarom belangrijk om heel attent te zijn op klachten in het eerste stadium (pijn tijdens de warming-up of na afloop van het sporten). In de voorbereidingsperiode van het nieuwe seizoen treden nogal eens achillespeesklachten en klachten rond het scheenbeen op. Meestal is een combinatie van factoren verantwoordelijk voor het ontstaan van de klachten, waaronder een te snelle opvoering van tempo en/of duur van de trainingen, het veelvuldig uitvoeren van sprongoefeningen of andere vormen van eenzijdige training.

    Steken in de zij

    Bij forse en langdurende inspanningen kan een sporter steken in de zij voelen. Meestal zit deze pijn links onder de ribbenboog op de hoogte van maag en milt. Of rechts in de leverstreek. Steken in de zij zijn niet gevaarlijk, alleen onplezierig!

    Hoe handel je?

    1. Laat de sporter rustiger sporten en goed doorademen.
    2. Als dat niet helpt, adviseer de persoon dan even te stoppen met sporten.
    3. Adviseer hem zich lang te maken (het hele lichaam uitrekken).
    4. Laat de persoon eventueel op de rug liggen.

    Hoe voorkom je steken in de zij?

    • + Eet geen zware maaltijden vlak voor het sporten.
    • + Start met een goede warming-up

    Bloedhygiëne en wonden

    Een wond herken je aan bloedverlies. Is er sprake van een schaafwond of snijwond met weinig bloedverlies? Dan is dit een oppervlakkige wond. Is er sprake van een snijwond met veel bloedverlies? Dan is dit een diepe wond. Als trainer schat je de ernst van de wond in door hiernaar te kijken. Bloed kan een transportbron zijn voor allerlei infectieziekten. Goede bloedhygiëne is daarom zeer belangrijk.

    1. Was je handen met desinfecterende zeep voor en na het verzorgen van de wond.
    2. Stelp de bloeding door rechtstreeks druk op de wond uit te oefenen.

     

    Diepe wonden met veel bloedverlies

    Heeft iemand een wond met veel bloedverlies in korte tijd? Stop of verminder dit bloedverlies dan zo snel als mogelijk.

    1. Laat de sporter altijd liggen.
    2. Breng het gewonde lichaamsdeel omhoog en oefen druk uit op de wond.
    3. Stopt de bloeding? Leg dan een kompres (bij voorkeur niet-verklevend) aan.
    4. Stop de bloeding niet en verslechtert de situatie? Geef iemand dan opdracht 1-1-2 te bellen. 5. Stopt de bloeding niet en verslechtert daarbij de situatie niet? Ga dan samen naar de (huis)arts of de spoedeisende hulp van een ziekenhuis. Of zorg ervoor dat de sporter hier zelf naar toe gaat.

    Bloedneus en neusbreuk

    Een bloedneus kan ontstaan door bijvoorbeeld een val of een hoog opkomende knie, elleboog of vuist. In ernstige gevallen kan een bloeduitstorting in het neustussenschot ontstaan. Of de neusbotjes kunnen breken.

    Hoe handel je?

    Als trainer kun je begeleiding geven bij het stoppen van een bloedneus. Gebruik handschoenen of vraag de sporter om zelf de bloedneus te stoppen (als dit mogelijk is).

    1. Laat de sporter zitten met het hoofd iets voorover (zoals in een schrijfhouding).
    2. Knijp de neusvleugels op het neustussenschot dicht (onder het harde gedeelte van de neus). Houd dit 10 minuten vol.
    3. Is de bloeding na 10 minuten nog niet gestopt? Of vermoed je een neusbreuk? Raadpleeg dan een (huis)arts of de spoedeisende hulp van een ziekenhuis.

    Voorkomen

    Om blessures te voorkomen is het noodzakelijk enig inzicht te krijgen in het ontstaan van de blessures. Hierbij staat het belasting-belastbaarheid principe centraal. De belasting wordt bepaald door een groot aantal factoren die op de speler inwerken, zoals specifieke bewegingen (slides, rebound, jumpshot), de trainingsinhoud (duur, intensiteit, etc.) en materialen (o.a. schoeisel). Voor wat de belasting betreft zal een verantwoorde trainingsopbouw zeker een bijdrage leveren aan de preventie van blessures. Basketbal is immers een sport met veel springen, kort sprintwerk, snel wenden en intensief verdedigend voetenwerk. Het spreekt daarbij haast voor zich dat een goede basisconditie noodzakelijk is, met name ter voorkoming van overbelastingsblessures. In de praktijk betekent dit voor de trainer het streven naar een veelzijdige, regelmatige, basketbal specifieke trainingsopbouw met vooral aandacht voor de verhouding tussen arbeid en herstel. Of een speler de specifieke trainings- en wedstrijdbelasting zonder problemen kan weerstaan, is afhankelijk van zijn belastbaarheid. De belastbaarheid wordt bepaald door de lichamelijke en mentale gesteldheid van de speler op een bepaald moment. Behalve de conditie spelen onder meer leefwijze, leeftijd, geslacht en lichaamsbouw een rol.

    Warming-up

    Bij het voorkomen van (spier)blessures neemt de warming-up een belangrijke plaats in. De algemene warming up, kan bestaan uit losjes inlopen en het losmaken van de gewrichten. Hierdoor worden de functies van hart, longen, zenuwstelsel en spieren aangepast aan het niveau van de inspanning tijdens training of wedstrijd. Ook het bevorderen van de coördinatie speelt een belangrijke rol. Tijdens de training wordt de sportspecifieke warming up vaak gecombineerd met oefenvormen waarin fundamentals op snelheid worden getraind. De laatste drie minuten voor het begin van de wedstrijd worden meestal benut voor lay ups op 'wedstrijdsnelheid'. Ook voor het begin van de tweede helft is het belangrijk (weer) een warming up uit te voeren, omdat de spelers in de pauze vaak een tijdje hebben stilgezeten.

    Cooling down

    Net zo belangrijk als het opwarmen van de spieren, is het 'afkoelen' na de training of wedstrijd. Deze zogenaamde cooling down zien we vooral bij individuele takken van sport, zoals atletiek, wielrennen en schaatsen. Bij teamsporten zoals basketbal wordt soms (te) weinig aandacht besteed aan een goede cooling down. Met een cooling down wordt het omgekeerde van de warming-up beoogd, te weten het lichaam terugbrengen van inspanningsniveau naar rustniveau. Dit is van belang omdat onmiddellijk stoppen na een inspanning tijdens training of wedstrijd als negatief effect heeft dat de circulatie in de spieren vrij abrupt afneemt. Hierdoor kunnen de afvalstoffen van de intensieve spierstofwisseling niet goed meer afgevoerd worden, waardoor deze zich zullen ophopen in de spiercellen. Gevolg is een gespannen, vermoeid gevoel in de spieren (stijfheid). Het effect van een cooling down is dat de circulatie in de diverse spiergroepen geleidelijk aan wordt verminderd.